Koukleumen aller landen, vrees niet: het is te leren, koud douchen. Daar hoef je echt niet morgen meteen volledig mee te beginnen: kleine stapjes, dan kom je er wel.
Zelf douche ik al twee jaar koud. Niet alleen omdat het goed is voor het milieu (al is het dat natuurlijk wel) maar omdat ik het he-le-maal gehad heb met mijn eigen gemuts.
Want ik ben van nature een koukleum. Als iedereen in het najaar nog tot middernacht op terrasjes proseccootjes zit weg te tikken, ben ik al in de kast op zoek naar het winterdekbed. En bij dertig graden op het strand wil ik niet de zee in omdat het water veel te k-k-k-koud is. Dat gaat ook ten koste van het gezinsleven: als vrouw en kinders vrolijk in de branding liggen, blijf ik met een zuur gezicht een boekje lezen bij de handdoeken.
Thermostaatkraan
En op een gegeven moment ben ik dat echt volledig zat. Dus ben ik een – zelf ontworpen – koudetraining begonnen. We hebben een thermostaatkraan in de douche, dus ik begin met die een graadje lager te zetten. En een week later nog een graadje, en daarna nog een.
Daarna ga ik over tot het echte werk: aan het einde van de douchebeurt de warme kraan helemaal dicht draaien. En dan tien tellen onder het koude water blijven staan. En daarna twintig.
Op een goede dag, na maanden trainen, vraag ik me af hoe stoer het zou zijn om gewoon meteen onder een koude douche te stappen. En dat tien tellen vol te houden. En daarna twintig. En daarna dertig. En nu sta ik al anderhalf jaar lang elke morgen vijf minuten onder een koude douche.
Mwa
De vraag is natuurlijk: is het leuk? Want we doen met 52wekenduurzaam toch alleen dingen waar we blij van worden? Het eerlijke antwoord is: ‘Mwa’. In het weekeinde, als ik geen vast ochtendritueel heb, merk ik dat ik het douchen vaak loop uit te stellen. Eerst even de afwas doen, de ontbijtspullen opruimen, nog een katern van de krant lezen, enzovoort. Maar uiteindelijk doe ik het wel. Want ik weet wat me na afloop wacht: een ongelofelijke boost aan energie.
Koud douchen is namelijk niet altijd leuk om te doen – maar wel fantastisch om gedaan te hebben.
Rob Voorwinden