Weekuitdaging 24
Pluk je wild
WEEK 24 : Wat gaan we doen?
We doen het eigenlijk al zonder dat we het weten: wildplukken! Het zit in onze genen, in de kern van ons DNA. Wij zijn nog steeds dezelfde jagers en verzamelaars als onze voorouders voor de komst van de landbouw. Alleen nu op een iets andere manier. De eetbare natuur hebben we verruild voor een ander jachtgebied, de supermarkt. Lekker makkelijk, maar wel een beetje saai.
Deze week trekken we ons berenvel aan en halen de oermens naar boven. We gaan jagen en verzamelen! En overbodig te zeggen wellicht, maar jagen in deze tijd doen we natuurlijk gewoon op plantjes.
Buk en pluk de dag
Waarom?
We zijn er voor gemaakt, voor wildplukken. Onze handen zijn het beste gereedschap van het dierenrijk. We kunnen ermee onderzoeken, lospeuteren, knijpen en vastgrijpen. De toppen van onze vingers zijn zo gevoelig dat we er van alles mee kunnen voelen. En met onze armen kunnen we heel ver rijken. Plukken dus.
Maar wat je zoal kunt plukken en eten? We zijn de kennis een beetje kwijt geraakt. Zonde. Want eten uit de natuur is niet alleen gratis, het is ook nog eens supergezond. En terwijl je je fit beweegt om je kostje bij elkaar te scharrelen kom je tegelijk heerlijk tot rust. In de natuur. Je leeft!
Wildplukken is gemakkelijker dan je denkt. Er is echt haast overal wel wat te vinden. Verslavend leuk!
Kleine stap
Pluk de ingrediënten voor tenminste één gerecht uit de natuur. Voor een voorgerecht, hoofdgerecht of dessert. En verras je familie, huisgenoten of vrienden op een culinaire uitspatting. Zie hieronder voor wat ideetjes en recepten. En bekijk de tips en trucs om veilig te plukken natuurlijk.
Grotere stap
Pluk de ingrediënten voor een driegangen-menu. Voor een voorgerecht, hoofdgerecht èn dessert. Maak er een feestje van! Smullen maar.
Maak een notitie van jouw vindplaats voor volgend jaar. Wil je jouw kennis delen, zet dan ook jouw vondsten op de kaart van de Wildplukwijzer.
Let op
- Plukken wordt gedoogd, maar is eigenlijk verboden. Weet dus waar je plukt. Heb je toestemming nodig? Pluk sowieso nooit teveel. Een bakje of een zakje is genoeg. Zodat andere mensen, maar natuurlijk ook de beestjes er nog van kunnen snoepen.
- We zouden kunnen zeggen dat je niet te dichtbij wandelpaden moet plukken (ivm hondenpoep of plas), of op fabrieksterreinen (vaak vergiftigde grond). Of dat je ervoor zorgt dat in de gebieden waar veel vossen voorkomen (ivm de vossenlintworm) je liefst boven één meter plukt… Maar volgens Edwin Florès schrikken deze waarschuwingen meer af dan dat ze toevoegen. Het belangrijkst is dat je je oogst goed wast!
- Zorg ervoor dat je zeker weet met welke plant (of paddenstoel!) je te maken hebt. Wildplukken is niet zonder risico’s. Dus download een plantenherkeningsapp en check internet op eetbaarheid, of beter: volg een excursie bij een kenner.
Tips
- Geïnspireerd door de wilde plukker uit het filmpje Edwin Flores? Kijk hier de hele masterclass die ik met hem opnam in het Flevopark Amsterdam. En kijk ook eens op zijn website, ga zelf met hem op excursie of laat je inspireren door een van zijn boeken.
- Installeer de app Wildplukwijzer op je telefoon voor het vinden voor de (door andere mensen aangeraden) wildpluk vindplaatsen. Gratis voor android of iOs.
- Installeer in ieder geval een goede plantenherkenningapps op je telefoon om zeker te weten met welke plant je te maken hebt. Bijvoorbeeld Picturethis: gratis voor Android en iOS. Pl@ntnet voor Android en iOS. Of PlantSnap, ook gratis voor Android en iOS.
- Ga je op wildplukwandeling, bereid je dan voor. Maak een lijstje van wat je wilt plukken en maak de lijst liefst niet langer dan vijf items, zodat je van te voren weet wat je gaat plukken, waarvoor en waar je het vinden kunt.
- Trek goede kleding aan tegen doorns en brandnetels.
- Neem een smartphone of opschrijfboekje mee om je vondsten te documenteren. Je weet dan precies waar je volgend jaar moet zijn.
Recepten
Op internet zijn vele ideeën voor wildplukrecepten te vinden. Kijk bijvoorbeeld eens bij de hippe vegetariër. Afhankelijk van het seizoen kun je veel vinden in de natuur. Bereid je voor en zoek voordat je erop uittrekt naar recepten die lekker en haalbaar lijken.
Wat wij eten in het filmpje:
Voorgerecht: Het is misschien een beetje wennen, maar beregezond. Wildpluksalade van duizendblad, hondsdraf, look zonder look, paardebloem, smalle weegbree, zevenblad, kleefkruid, madeliefjes, witte en rode klaverbloemen. Let op: van alle planten pluk je alleen de jongste net ontluikende blaadjes. Vanwege de bitterheid raden we tevens aan om er een lekkere zoete dressing bij te serveren 🙂
Vanwege de tijd sloegen wij een tweede voorgerecht even over, maar wat ook heel makkelijk te maken is, is een wildpluksoep. Gewoon een bouillonblokje, aardappel en uitje samen met een handvol wildpluk groenten en kruiden. Easy peasy. En serveer er stokbrood met zelfgemaakte kruidenboter bij. Waarbij je de knoflook vervangt door look zonder look. Heerlijk!
Hoofdgerecht: Wij vonden hem lekker! De pasta pesto van brandnetel, zevenblad, hondsdraf en look zonder look (knoflookvervanger). Ook hier pluk je alleen de jonge blaadjes. Maak de pesto met de verse blaadjes verder volgens recept met bijvoorbeeld parmezaanse kaas en pijnboompitten. Maar andere noten zoals walnoten of hazelnoten (van de wildpluk van vorig jaar?) kunnen natuurlijk ook.
Nagerecht: Onze favoriet. Vlierbloesembeignets met fruit. Zoek op internet een receptje voor het maken van tempura beslag (met bloem, bier, peper en zout), doop de geplukte vlierbloesemschermen kort onder, laat ze even uitlekken en frituur in zonnebloemolie op 180 graden. Duw de vlierbloesems met een lepel onder, zodat ze rondom knapperig worden. Serveer met vruchten naar keuze en bestrooi met poedersuiker. De steeltjes zijn handig bij het eten, maar eet je beter niet op. Ze zijn heel licht giftig.
Oermuts - column week 24
We gaan eten uit de natuur, hoera!
Tenminste, júllie gaan eten uit de natuur. De oermens in jezelf ontdekken, en zo. Ik twijfel nog. In de eerste plaats omdat ik, dankzij een vorige challenge van 52Wekenduurzaam, eindelijk een moestuin heb aangelegd. Best een prestatie, voor iemand zonder groene vingers. En daar kunnen we nu nèt de eerste oogst uit halen - super vers, super lekker en, oh ja, super duurzaam dus. En dan zou ik nu opeens de natuur in moeten hollen om dáár weer allerlei eetbaars bij elkaar te scharrelen? Hmwa….
In de tweede plaats, en dat is de belangrijkste reden, ben ik nogal angstig voor eten uit de natuur. Ik ben meer een oermuts dan een oermens, eigenlijk. Want in de natuur lopen dieren, en wie garandeert mij dat die dieren niet hebben geplast over de bessen / bramen / kruiden / whatever die ik ga opeten? Nou?
Lintworm
En dan moet ik nog maar hopen dat er geen vos over mijn geplukte eten heeft geplast, want die dieren zijn nogal eens besmet met de vossenlintworm. En dat wormpje is niet echt aardig voor de mens. (Google het maar eens, maar misschien niet vlak voor het eten). Daarom wordt ook aangeraden om je eten op minimaal veertig centimeter hoogte te plukken, want hoger dan dat kan de vos niet plassen. Dat schijnt wetenschappelijk bewezen te zijn, door iemand in een witte jas met een meetlint. En een vos met hoge nood.
Jam
Ik weet tot nu toe slechts één keer per jaar de oermuts in mezelf te bedwingen, en dat is in de herfst. Dan vallen er in de duinen bij onze camping emmers vol heerlijke bramen te plukken. Dat doen we dan ook, waarna we die met geleisuiker doodsimpel tot jam koken. En inderdaad: koken, dus op honderd graden. Terwijl de vossenlintworm al bij zestig graden de geest geeft. (Ja, dat heb ik gegoogeld. Ik zei toch dat ik een muts was).
Ecosia
Overigens: ‘Google’ is hier gewoon een algemeen woord voor ‘zoeken op internet’. Want in feite gebruik ik de zoekmachine Ecosia - een tip van een van de andere deelnemers aan 52Wekenduurzaam. Het bedrijf achter deze zoekmachine investeert de winst in de aanplant van bomen over de hele wereld. Werkt prima. (Die zoekmachine dan). (En de aanplant van de bomen ook, neem ik aan). Maar dit terzijde.
Koffiemelk
Maar goed, terwijl we nog lekker eten van de zelfgemaakte jam van vorig jaar, bedenk ik me dat ik misschien wat eetbaars kan plukken uit de natuur op de camping zélf. Want daar durven vossen niet te komen, toch? Totdat er bij de caravan ‘s avonds na de koffie – ik verzin dit niet - een vos op tafel springt om de koffiemelk op te lebberen. Nee, die oermens houdt zich nog wel even verborgen, diep in mezelf.
Waren vossen maar net zulke bange mutsen als ik.